

Ze zeggen weleens dat je het gemiddelde bent van de 5 personen waar je het meest mee omgaat. Maar geldt dit ook op het gebied van taal? Met andere woorden: hoe groot is de kans dat je het taalgebruik van je naasten overneemt?
Sommige woorden en kreten nemen we moeiteloos van elkaar over. Via diverse (social) media belanden kreten als ‘Ga voor goud’ al snel bij een groot publiek. Daarentegen zijn er ook genoeg uitspraken die heel ‘eigen’ of regionaal gebonden zijn. Als Zeeuw zal ik bijvoorbeeld nooit Brabantse uitspraken overnemen. Sterker nog: ik heb mezelf regelmatig verbaasd over Brabantse uitspraken als ‘aanrijden’, ‘onder een sport zitten’ en ‘afgewerkt zijn’.
De kans dat we een specifiek dialect overnemen is klein. Maar hoe komt het dat we soms wel ‘besmet’ raken door andermans taalgebruik? Dat heeft deels te maken met spiegelen. Wanneer je met iemand in gesprek bent gaat spiegelen vaak vanzelf. Je neemt bijvoorbeeld de lichaamshouding over van je gesprekspartner en/of spiegelt het tempo waarin diegene praat. Het overnemen van elkaars (stop)woorden valt ook onder spiegelen en wordt ook wel papegaaien genoemd.
“Leuk, maar wat heb ik hieraan?” Hoor ik je denken. Nou, het zou weleens in je voordeel kunnen werken (zowel zakelijk als privé)! Uit wetenschappelijk onderzoek is namelijk gebleken dat je door te papegaaien meer gewaardeerd wordt, doordat je gesprekspartner zich gesteund en gewaardeerd voelt. Het moge duidelijk zijn dat ‘spiegelen’ zo natuurlijk en subtiel mogelijk moet verlopen om van de positieve effecten te profiteren. Als je geforceerd gaat papegaaien, kun je weleens als vreemde vogel worden bestempeld.
Houdoe,
Ps: ik ben benieuwd welke woorden jij hebt overgenomen van mensen in jouw omgeving. Laat een berichtje achter!